26 april 2016 | Tekst: Martijn Plantinga en Kris Ubink | Beeld: Intramed | www.movemens.nl
Behandelgemiddelde blijft dalen
Met benchmarken voor de paramedische sector kunnen we op grote schaal prestaties en cijfers vergelijken van grote groepen ondernemers en praktijken. ParaBench is er 100% voor en door de fysiotherapiepraktijken. Deze cijfers worden NOOIT gedeeld met zorgverzekeraars. We willen met ParaBench meer inzicht geven in hoe een praktijk scoort, ook t.o.v. andere praktijken. Hoe meer aangesloten praktijken (op dit moment zo’n 550), hoe beter het beeld dat we kunnen schetsen. Totaal gaat het om ruim 450.000 patiënten en 557.082 klachten in 2014 en ongeveer 300.000 patiënten / 335.494 klachten in 2015 (uploads tot op heden). Intramed PLUS gebruikers kunnen zelfs gratis gebruik maken van ParaBench. Behandelgemiddelde blijft dalen
Figuur 1 Ontwikkeling behandelgemiddelden
Figuur 2 Aantal zittingen niet chronisch
In grafiek 2 is een weergave te zien van zittingen bij niet chronische klachten. Het restant ten opzichte van de 100% is dus chronisch. Daar zien we een aantal bijzondere zaken. Het aantal patiënten met chronische klachten neemt iets toe. Dat lijkt logisch gezien de demografische ontwikkelingen. Er is ook nauwelijks verschil tussen het aantal mannen en vrouwen met chronische klachten. Echter, als je de vertaalslag maakt naar het aantal zittingen die er gegeven worden per patiënt dan valt op dat mannen blijkbaar gemiddeld meer zittingen nodig hebben dan vrouwen bij een chronische klacht. Figuur 3 Verdeling mannen/vrouwen chronisch
Figuur 4 Zittingen / patiënten met hart- en vaataandoeningen
Er zijn meer mannen dan vrouwen in behandeling bij de fysiotherapeut. Ongeveer 2,1% van het totaal aantal patiënten komt voor de behandeling van hart- en vaatziekten bij de fysiotherapiepraktijk. En dat percentage groeit bovendien nog met de jaren (van 1,7% in 2013 naar 2,2% in 2015). Daarnaast valt uit ParaBench af te lezen dat er per patiënt ongeveer 27 zittingen worden gegeven in de behandeling van deze klachten. Hierdoor vormt het aandeel hart- en vaatziekten op het totaal aantal zittingen binnen de fysiotherapie iets meer dan 5%.
Als we vervolgens de behandelingen van patiënten met hart- en vaatziekten uitsplitsen in verschillende leeftijdscategorieën zien we onder vrijwel alle leeftijden een langzame afname in het aantal behandelingen. Alleen de leeftijdscategorie onder de 18 jaar fluctueert. Dit heeft er mede mee te maken dat deze groep klein is. Echt duidelijke conclusies kunnen we hier dus niet aan verbinden. In de 18+ categorie daarentegen wel.
|